-
1 Sprache
Sprache〈v.; Sprache, Sprachen〉♦voorbeelden:neuere Sprachen • moderne talenin sieben Sprachen schweigen • in alle talen zwijgendie Sprache auf eine Sache bringen • iets ter sprake brengen〈 informeel〉 hast du die Sprache verloren? • heb je je tong verloren?jemandem bleibt die Sprache weg • iemand is sprakeloosmit der Sprache nicht herausrücken • 't niet willen zeggen, zijn mond niet opendoen〈 informeel〉 heraus mit der Sprache! • zeg op!zur Sprache bringen • ter sprake brengen -
2 Atem
Atem〈m.; Atems〉2 ademhaling, het ademhalen♦voorbeelden:Atem holen, schöpfen • ademhalenjemandem den Atem verschlagen • (a) iemand de adem afsnijden; 〈 (b) figuurlijk〉 iemand sprakeloos makenaußer Atem geraten, kommen • buiten adem gerakennach Atem ringen • naar adem snakkenein schneller Atem • een snelle ademhalingin einem, im gleichen, im selben Atem • in één adem, zonder tussenpozenjemanden in Atem halten • iemand in spanning houden -
3 jemandem den Atem verschlagen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Atem verschlagen
-
4 stumm
♦voorbeelden:1 stumm bleiben • blijven zwijgen, met stomheid geslagen zijndas Telefon war stumm • de lijn was doodsich stumm stellen • stommetje spelenstumm vor Staunen • stomverbaasd
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский